Amazons bijbelse epos House of David vertelt niet alleen verhalen uit de Schrift; het herdefinieert hoe die verhalen tot leven worden gebracht. Seizoen 2, dat de opkomst van koning David volgt, bevat veel kunstmatige intelligentie (AI) op een manier die ongekend is voor reguliere televisie. In plaats van AI eenvoudigweg te gebruiken voor kleine effecten, hebben showrunner Jon Erwin en zijn productiebedrijf, The Wonder Project, het omarmd als een belangrijk hulpmiddel voor het vertellen van verhalen. Dit heeft geleid tot naar schatting 350 tot 400 door AI gegenereerde shots, een aanzienlijke sprong ten opzichte van de ongeveer 70 die in seizoen één werden gebruikt.
Terwijl de eerste reacties op AI in films zich vaak richten op de potentiële valkuilen ervan – de angst voor banenverlies, creatieve homogenisering en zelfs ethische vragen rond gelijkenisrechten – vertegenwoordigt House of David een gedurfd experiment in het benutten van de kosteneffectiviteit en snelheid van AI.
Erwin stelt dat de technologie niet moet worden gezien als een vervanging van het menselijke kunstenaarschap, maar eerder als een verbeterde. Hij vergelijkt het met traditionele speciale effecten: “Je kunt een heel echte camera op een heel echte acteur plaatsen en die acteur regisseren, de camera richten, en dat wordt in wezen de hand in een pop”, legt hij uit. “De pop zelf is deze digitale wereld die je creëert.”
Deze filosofie heeft de integratie van AI in verschillende productiefasen aangewakkerd. Het team van Erwin gebruikte tools zoals Runway’s ‘image to video’- en Luma’s ‘modificatie’-functies naast producten van Google en Adobe, en bracht ze samen in een complexe workflow. Deze aanpak stelt filmmakers in staat uitgestrekte gevechtsscènes, imposante forten en weidse vergezichten te creëren zonder de budgettaire beperkingen die vaak kleinere producties beperken.
De resultaten zijn visueel overtuigend. Door AI gegenereerde beelden in House of David vertonen niet de kenmerkende glitches of griezelige vallei-effecten die verband houden met eerdere iteraties van generatieve technologie. In plaats daarvan gaat het naadloos over in de algehele esthetiek, vooral in scènes met grootse landschappen en grote menigten – elementen die traditioneel duur zijn om realistisch uit te voeren.
Deze omarming van AI is echter niet zonder tegenslag binnen Hollywood gekomen. Regisseur Justine Bateman, bekend om haar uitgesproken kritiek op generatieve AI, ziet het eerder als een bedreiging dan als een evolutie: “Het presenteert zichzelf als een oplossing als we een bedrijf hadden waar we niet genoeg schrijvers hadden of niet genoeg regisseurs, acteurs of locatiemanagers. Maar we hebben de tegenovergestelde situatie”, stelt ze. ‘We hebben meer werknemers dan banen.’
Samen met anderen in de filmindustrie maakt zij zich zorgen dat AI de menselijke creatieve inbreng zal devalueren en de bestaande economische verschillen binnen het filmmaken zal verergeren. SAG-AFTRA, de vakbond die artiesten vertegenwoordigt, heeft een voorzichtige aanpak gevolgd en onderhandelt over voorwaarden om toestemming en eerlijke compensatie te garanderen bij het gebruik van AI-gelijkenissen, maar er blijven zorgen bestaan over de langetermijneffecten op de werkgelegenheid.
Toch laat House of David zien hoe reguliere media steeds meer experimenteren met AI – niet alleen als hulpmiddel voor kostenreductie, maar ook als middel om creatieve mogelijkheden uit te breiden. Het valt nog te bezien of deze aanpak zal leiden tot een brede acceptatie door de industrie of tot een verder debat over de evoluerende relatie tussen technologie en storytelling.
In de tussentijd dient House of David als een praktijkvoorbeeld van hoe AI het landschap van contentcreatie hervormt – waardoor de grens tussen het fantastische en het technisch haalbare vervaagt, waardoor het publiek niet alleen moet nadenken over wie het verhaal heeft verteld, maar ook hoe het is verteld.
